Lesfasenmodel: een scène met dieptewerking
Voorbereiding *
|
Context
|
Belevingswereld:
Het manipuleren van een 2D-materiaal als papier om er dieptewerking mee
te bewerkstelligen, vinden we terug in de belevingswereld van de leerlingen.
Pop-upboeken, kijkdozen, en het decor van de musical van groep 8 zijn
voorbeelden. Deze voorbeelden zullen wij dan ook bij de inleiding van onze
les inzetten.
|
Basisplan
|
Opdracht en randvoorwaarden:
De leerlingen beelden een zelfgekozen scène (straatscène, bosscène) uit
door contouren deels uit een vel (stevig) papier te snijden en te knippen en
deze te vouwen zodat ze haaks op het papier staan. De leerlingen zorgen voor
dieptewerking door de contouren over het blad te verspreiden en ze (bij een
vooraanzicht) gedeeltelijk te laten overlappen. De leerlingen maken een
stereofoto van dit eindproduct, zodat ze deze met een (eventueel bij techniek
zelfgemaakte) stereoscoop in 3D kunnen bekijken.
De leerlingen ervaren op deze manier de wisselwerking tussen 2D en 3D:
van een 2D-materiaal maken de leerlingen een 3D-werkstuk, waar ze vervolgens
twee 2D-foto’s van maken, die samen in een stereoscoop vervolgens een
3D-beeld vormen. Ze leren hoe ze dieptewerking kunnen creëren met 2D-materiaal
door gebruik te maken van het coulissenperspectief of een optische truc als
de stereoscoop.
|
|
Doelen
|
Beeldend doel:
-
De leerlingen creëren dieptewerking door het voor en achter elkaar
plaatsen en gedeeltelijk laten overlappen van contourvormen
(coulissenperspectief).
Technisch doel:
-
Het snijden en knippen van (stevig) papier
-
Het bedenken en uitvoeren van een compositie waarin diepte een rol speelt
-
Het maken van een stereofoto
|
|
Receptie
/Oriëntatie *
Incl. afb.
|
Introduceren
|
Beeldcultuur:
We beginnen met het beschouwen van beelden uit de belevingswereld van de
leerlingen: pop-upboeken, kijkdozen, en musicaldecors. We letten hierbij
vooral op de beeldaspecten ruimte en compositie: hoe wordt door middel van de
indeling van de ruimte diepte gesuggereerd? Het coulissenperspectief wordt
besproken.
|
*
Incl. afb.
|
Informeren
|
Beeldbeschouwen:
Vervolgens gaan we kijken hoe kunstenaars de ruimte die ze hebben (zowel
2D als 3D) indelen, om een effect van diepte te suggereren. Hoe passen kunstenaars
het coulissenperspectief toe?
|
*
Incl.
afb.
|
Instrueren
|
Beeldend Probleem:
Het beeldend probleem van deze les is: van een 2D-scenario een 3D-voorstelling maken door gebruikt te
maken van het coulisseperspectief.
We laten de leerlingen een aantal foto’s zien waarin het
coulissenperspectief een rol speelt, bijvoorbeeld van een straatscène (huis,
auto, man met hond) of een bosscène (bomen, hert, jager). Hoe kunnen we net
zo’n foto maken, maar dan in 3D?
Introduceer de techniek die Peter Callesen gebruikt in zijn papierkunst
(zie de foto van de kolibrie en de bloem). Deze techniek gaan de kinderen
gebruiken om het beelden probleem op te lossen.
Vertel ook iets over stereofoto’s. Deze techniek gaan de leerlingen
toepassen om uiteindelijk een 3D-foto aan deze les over te houden.
Zo is de cirkel rond: van 2D-foto ter inspiratie tot een zelfgemaakte 3D-foto.
|
/Uitvoering |
||
/Nabeschouwing |
||
*
|
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria (matrix):
-
Zie ik (bij een vooraanzicht) alle uitgeknipte objecten? Verhult bijvoorbeeld
het ene object het andere niet? (compositie)
-
Is er gebruik gemaakt van gedeeltelijke overlapping van contouren om
dieptewerking te creëren? (coulissenperspectief)
-
Staan alle objecten verspreid over het vlak, op verschillende afstanden
van elkaar? Staat bijvoorbeeld niet alles op een kluitje? (compositie en
coulissenperspectief)
-
Zijn de contouren netjes uitgesneden of geknipt? Hebben ze bijvoorbeeld geen
rafelige randen? (technisch)
-
Kloppen de onderlinge verhoudingen? Is het huis bijvoorbeeld groter dan
de hond? (technisch)
-
Is er op een correcte manier (dus met de juiste afstand tussen de twee
verschillende foto’s) een stereofoto gemaakt? (technisch)
|